We trapten de reeks af met de overpeinzingen van Rutger van de Pol en gaan in deze tweede editie in gesprek met Anna de Volder, sommelier bij Restaurant Héroine en specialist bij wijnwinkel Odile Hemmen.
"De afgelopen jaren heeft vooral het jonge wijnpubliek, dankzij de natuurwijn-opmars, geleerd dat er aan goed gemaakte, kleinschalige wijnproductie een prijskaartje hangt en zijn zij ook bereid geraakt om voor deze kwaliteit te betalen. Door deze les denk ik dat in de toekomst vooral die jongere generatie minder, maar wel kwalitatievere wijn gaat kopen. Wanneer € 30 euro voor een funky Pet Nat geen verrassing is, staan mensen namelijk sneller ook open voor één mooie fles bij een diner, in plaats van drie industriële wijntjes uit de supermarkt, dat is een mooie ontwikkeling als je het mij vraagt.
Persoonlijk vind ik het wel jammer om te zien dat de mooie klassiekers uit de boot vallen bij deze nieuwe generatie wijndrinkers. Ze denken vaak denken dat een glas uit de conventionele wijnwereld betekent dat er gigantisch veel sulfiet inzit, dat er gisten met een smaakje zijn toegevoegd en dat ze geld uitgeven aan grote bedrijven die ze het niet gunnen. Ook hoor je hen vaak zeggen dat ze de klassieke wijnsmaken beu zijn, maar als je hen vervolgens een karaktervolle oude riesling laat proeven, zijn ze vaak toch helemaal om."
Anna vervolgt: "Als gevolg van deze trend merk je af en toe al dat gevestigde wijnmakers een ‘gekker’ etiket maken om er zo ‘natuurlijker’ uit te zien, en zo meer in trek te komen bij het nieuwe type consument dat ineens op de wijnmarkt is verschenen. En als zij een stapje onze richting op doen, dan moeten wij eigenlijk ook een stap naar hen toe zetten: er is namelijk een hele wereld aan prachtige wijnmakers die het beste uit hun wijngaard halen, of het nu biologisch, biodynamisch of conventioneel gemaakt is. Maar die parels te vinden moet je als consument echt goed je best doen. Mijn tip is daarom: leer goed proeven, zodat je kritischer kunt omgaan met wat je lekker vindt en sommeliers en wijnverkopers je beter kunnen sturen naar een wijn waar je helemaal verliefd op wordt.
Één ding kan ik als sommelier missen als kiespijn: mensen die veel en graag geld uitgeven aan natuurwijnen met wijnfouten: funky is nou eenmaal niet hetzelfde als productiefouten als brett, muis of reductie. Als je wijnen daarmee lekker zegt te vinden, dan mis je die kritische knop aan je smaakpallet. Er is, doordat de vraag zo hoog is, behoorlijk wat slecht gemaakte natuurwijn op de markt. Dat is echt jammer, want zuivergemaakte natuurwijn kan een ongelooflijk mooie diepte hebben in smaak, zonder naar stal en appelazijn te ruiken.
Bij Odile Hemmen probeer ik zowel het natuurwijnpubliek als de klassiekere wijnliefhebber te sturen naar nieuwe smaakbelevingen. Een oude, geconcentreerde Chenin bijvoorbeeld, met een klein tikje restzoet, of juist een zilte Palomino fino, of een conventionele oranje wijn die zo zacht en vol is als honing. Van sommige gasten ken ik de voorkeuren zo goed, dat ik ze kan sturen naar iets nieuws waarvan ik zeker ben dat ze het lekker gaan vinden. Als dan de dag komt dat ze iets volledig nieuws willen proberen en ben ik geslaagd in mijn taak.
Tot slot is mijn ontdekking van het jaar Domaine Marnes Blanches van Trousseau en dan het liefst die uit 2019. Je kunt de nieuwe jaargang drinken bij Restaurant Putaine, maar het jaar 2019 is er daar helaas inmiddels uit."