Forecast 2024 design: Berry Dijkstra
Interviews

Forecast 2024 design: Berry Dijkstra

Het gebeurt niet vaak dat generatie X, Y én Z het met elkaar eens is, maar in dit geval krijg je je bij kenners van elke leeftijd hetzelfde antwoord: trends kunnen écht niet meer! De hang naar vluchtige hypes is zowel in de kunst- en designwereld, als in de mode-industrie steeds minder bon ton. In plaats daarvan volgen voorlopers in de verschillende creatieve scenes tegenwoordig de slow-versie hiervan: ontwikkelingen die zich over langere tijd ontplooien en gelijk opgaan of juist een tegenbeweging vormen met maatschappelijke thema’s. Wij vroegen drie succesvolle Rotterdammers van verschillende generaties en uiteenlopende branches naar hun voorspellingen en wensen voor het komende jaar.

Spokesperson voor de millenials is HIG-huisvriend Berry Dijkstra. De composition artist begeeft zich al in de designscene sinds zijn studie communicatie. Door de drang om ook zelf iets te creëren werd hij als vanzelf de grafische kant op getrokken; vanuit daar schoof hij stukje bij beetje op richting interieur. Eerst bij Hay, toen bij Groos en vervolgens begon hij zijn eigen shows samen te stellen. Tegenwoordig houdt deze ras-verzamelaar zich vanuit zijn nieuwe woonplaats Valencia bezig met het cureren van tentoonstellingen in het veld van (product)design en het maken van zijn opvallende stapelcomposities. Op de vraag of design ook zo aan trends onderhevig is als, pak ‘m beet, mode, antwoordt Berry:

Overconsumeren - “Alles wat is ontworpen is design, van mode tot architectuur. Ik richt me op producten voor in het interieur. Dat zijn dus wel objecten met mooi ontwerp, maar ook nog altijd een zekere functionaliteit. Het credo is: kunst is decoratie, design is functioneel. Het antwoord is daarom ja, want alles wat ontworpen is, is aan trends onderhevig. Zo was het altijd en zo zal het ook altijd blijven, al gaan de hypes tegenwoordig wel veel sneller dan vroeger. Ik ben per definitie geen fan van trends, omdat ze alleen maar geïntroduceerd worden zodat iedereen blijft kopen. Tuurlijk, ze ontstaan vanuit een maatschappelijke context en die vertaalt zich door, maar daar spelen grote producenten heel slim op in. Ik probeer daarom zoveel mogelijk weg te blijven van het overconsumeren dat voortkomt uit trends en raadt anderen aan om hetzelfde te doen”.

Smaak ontwikkelen - “Instagram en goede blogs bieden goede online inspiratie, maar de offlinewereld vol musea, galeries, beurzen, en magazines in print is zo mogelijk nóg prikkelender. Hier kun je materialen voelen en vormen in 3D tot hun recht zien komen. Mijn favoriete magazine is Appartamento. Hun interviews gaan over interessante mensen en ondertussen kijken we mee in hun huizen. Je ziet hun identiteit vertaalt in hun smaak en interieur. Voor de toekomst zou ik zo graag willen dat meer mensen een smaak ontwikkelen en oog krijgen voor wat ze mooi vinden. Dat doe je puur door te kijken en door ervaring op te doen, net zoals met films of lekker eten. Ik ben me er trouwens bewust van dat dat heel elitair klinkt, maar zo bedoel ik dat niet. Het zou juist heel bevrijdend moeten werken om je eigen smaak te ontwikkelen. Het woord trend zou eigenlijk vervangen moeten worden door ontwikkeling. En je interieur zou je kunnen zien als je persoonlijke collectie die die ontwikkeling reflecteert. Mijn persoonlijke smaak is bijvoorbeeld steeds kleurrijker geworden, ik wil steeds meer bold colors om me heen”.

Buy less, buy better – “In het licht van bovenstaande is het credo buy less, buy better heel belangrijk. Ik hoor vaak mensen zeggen: “design is zo duur, dat kan ik niet betalen!” Design ligt inderdaad hoger in prijs, maar dat betekent ook het beter geproduceerd, mensen er beter voor betaald worden. Ik ben zelf ook gelimiteerd in mijn budget en ik kan je zeggen dat daarin juist ook een leuke uitdaging schuilt. Veel van mijn stukken zijn tweedehands, lokaal geproduceerd of afkomstig van jonge ontwerpers. Mensen willen tegenwoordig een quick-fix, maar er schuilt ook wel wat moois in het sparen voor een stuk dat je graag zou willen hebben. Het heeft dan gelijk ook meer (emotionele) waarde en een verhaal. Zelf probeer ik weg te blijven van goedkoop fast design. Hoe? Simpel, ik ga niet naar plekken waar dat wordt verkocht, dan kom ik ook niet in de verleiding. Dat is trouwens niet helemaal waar, want ik heb wel stukken uit de Sabine Marcelis x IKEA collectie”, lacht Berry. “Maar even terug naar de kern: alles wat ik heb, dat zie ik de hele dag. Dus dat betekent dat wat ik koop iets moet zijn dat ik graag zie en dat het comfortabel is. Van beddengoed tot bekers, ik adviseer je objecten met een zekere bewustheid te kopen.”

Shop lokaal – “Ik vind het heel leuk en belangrijk om in plaats van de grote corporaties, (jonge) ontwerpers te steunen. In mijn werk en interieur richt ik me vooral op Nederlands ontwerp (Dutch Design) en guess what? In Rotterdam vind je extreem veel talentvolle makers. Zo heb ik heb een bijzettafeltje van de Rotterdamse ontwerper Iwan Pol, dat is gemaakt van 3D-geprint beton. Lokaal, duurzaam, funky én niet eens zo duur: win-win-win-win!”