In gesprek met de Helen Keller Stichting
Interviews

In gesprek met de Helen Keller Stichting

Op de vierde verdieping van HIG vind je een kantoor dat duidelijk niet behoort tot een bedrijf in de fast lane. Bij de Helen Keller Stichting word je overspoeld door een hartelijke, warme sfeer. En al ken je ze misschien niet, deze sympathieke belangenvereniging voor de Nederlandse community van doofblinden verleent zijn diensten al langer vanuit HIG dan welk ander bedrijf dan ook: “We zitten hier al sinds voor Het Industriegebouw HIG werd, en we blijven ook nog wel even!”

Taststokken aan de jassenhanger, een gehaakt tafelkleedje op de vergadertafel en een koektrommel vol krakelingen voor bij de koffie. Al direct bij binnenkomst valt op dat dit kantoor niet behoort tot een bedrijf in de fast lane. Bij de Helen Keller Stichting word je overspoeld door de warme sfeer van nostalgie; hier lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan.

Terwijl kantoorhondje Rex vanuit zijn bureaustoel toekijkt en teamlid Joke thee met koekjes op tafel zet, schuiven wij aan bij secretaris Robert Jahn. “Al zo’n 25 jaar ben ik oog én oor op het kantoor”, lacht Robert. Het is tekenend voor de luchtige sfeer in het team, want hoewel hij een grapje maakt, is zijn opmerking helemaal waar. “Wij zijn de landelijke belangenorganisatie voor doofblinden. Je hebt mensen die doof zijn, zij communiceren met gebarentaal en je hebt mensen die blind zijn, zij communiceren door te praten en door middel van braille. Als je doof én blind bent is communiceren heel lastig.

Wij helpen doofblinde, slechtziende en slechthorende mensen daarbij sinds 1994. Dat doen we onder meer door het geven van presentaties en voorlichting. Ook organiseren we educatieve dagtochtjes en maandelijkse bijeenkomsten voor de doofblinde community in Nederland. Hierdoor voorkomen we dat mensen in een isolement terechtkomen, of we trekken ze eruit als ze daar onverhoopt al in waren beland. Doordat we ze in contact brengen met elkaar en met de bredere maatschappij, verbeteren we hun zelfstandigheid en daarmee ook hun welzijn.

Evenementen
Harry, Hans, Paula, Joke en ik vormen de drijvende kracht achter de Helen Keller Stichting, maar we kunnen jaarlijks ook rekenen op zo’n 230 donateurs. Van die inkomsten organiseren we allerlei evenementen voor de doofblinden-community en daar komen doorgaans zo’n 60 à 70 personen per keer op af. De invulling loopt uiteen van borrels tot een educatieve sessie, zoals ontmoeting met de politie of brandweer.

Toen we 25 jaar bestonden, hebben we het eens heel anders aangepakt. We lieten de gebruikelijke wijntjes, hapjes en al dat gedoe eens links liggen, maar organiseerden een reeks mooie dagtochten voor de kinderen van Kentalis, een school voor doofblinden. We gingen bijvoorbeeld met ze naar Blijdorp, waar ze met de verzorgers mee achter de schermen mochten. Zoals je begrijpt beleef je de dierentuin heel anders als je niet kunt horen of zien; voor hen zit de ervaring met name in het voelen en ruiken van de dieren.”

Overbodig?
Robert vervolgt: “Naast al deze activiteiten functioneren we op kantoordagen vooral als kenniscentrum, vraagbaak en bemiddelaar tussen patiënten en zorginstellingen. Kijk, in Nederland zijn er tal van organisaties die zich inzetten voor mensen met een beperking, ook vanuit de overheid. Het jammere is alleen dat deze aan de lopende band komen en gaan. Stichtingen beginnen heel optimistisch, bestaan vijf jaar en zijn dan plots weer verdwenen. In de landen om ons heen is het aanbod veel stabieler. Dat is eigenlijk de reden dat de Helen Keller Stichting zich al zo lang trouw in blijft zetten We zijn er om dat steeds terugkerende gat op te vullen, want als ik heel eerlijk ben, is het hier soms best wel een puinhoop.”

Als we voorzichtig informeren of de Helen Keller Stichting ook niet door het internet wordt ingehaald en zo’n analoge club dus niet langzaam overbodig wordt, heeft Robert een helder antwoord: “Nee! En ik moet daarbij zeggen: helaas niet. Het is jammer dat ons bestaan nog altijd nodig is, maar mensen weten ons nog steeds te vinden in hun zoektocht binnen dit onderwerp. Zowel de oude garde als mensen voor wie dit hele onderwerp nieuw is, kloppen bij ons aan en voor hen allemaal fungeren wij nog altijd graag als matchmaker.”

Veelzijdig team
Robert is zelf noch blind, noch doof, maar weet maar al te goed hoe het is om te leven met een vorm van beperking. Hij heeft vanaf zijn twaalfde te kampen met een progressieve vorm van reuma en hoewel het leven daardoor niet altijd even makkelijk is, is hij er niet minder vrolijk om. Guitig kijkt hij ons aan en zegt: “Joh, al die negativiteit is toch niets voor mij? Het is hartstikke fijn om met een team van fantastische vrijwilligers het leven van mensen met een audiovisuele aandoening leuker en sprankelender te kunnen maken.

Zowel vanuit ons kantoor, als tijdens de feestelijke of informatieve bijeenkomsten zet het team zich op allerlei vlakken in.” Ze blijken altijd nóg veelzijdiger te zijn dan je dacht dat ze waren. Als we ons hardop afvragen hoe Robert dan juist bij de belangenvereniging voor deze doelgroep is beland, antwoordt hij: “Heb je even?

Nieuwe community
Ik begon mijn carrière in het familiebedrijf dat op dat moment gerund werd door mijn vader, een handelsfirma in sportartikelen. Toen het bedrijf verkocht werd, ging ik via het arbeidsbureau op zoek naar iets anders. Bij de afdeling bijzondere bemiddeling kwam ik een oude schoolvriend tegen. Ik grapte tegen hem: bemiddeling voor bijzondere mensen? Hier moet ik zijn! Via hem kwam ik op de boekhouding van de sociale werkvoorziening terecht en na een tijdje groeide ik door naar personeelszaken.

Daar leerde ik Joke - nu ook onderdeel van team Helen Keller - kennen en wij werden goede vrienden. Joke introduceerde me in de groep doven, blinden en doofblinden die bij de sociale werkvoorziening werkzaam was. Kijk, je denkt er allemaal wel eens over na hoe het zou zijn om blind of doof te zijn, maar ben je het allebei, dan is dat weer een heel ander verhaal. Toen ik voor het eerst met deze community in aanraking kwam, dacht ik: wacht eens even, doof én blind? Als mij dat zou overkomen, dan sprong ik van de Euromast! En als je ermee geboren wordt is het weer wat anders, maar als het je later in het leven gebeurt, dan is dat ook maar moeilijk wennen.”

Robert vervolgt: “Maar ja, ik heb dus zelf altijd gezegd dat je niet alleen met me om moet gaan omdat je me zielig vindt. Daarom vond ik het extra leuk en inspirerend om te zien dat zij onderling hun weg hadden gevonden om met elkaar te communiceren. Om zelf ook met ze te kunnen praten, heb ik toen gebarentaal geleerd en uiteindelijk heb ik zelfs de opleiding tot tolk gedaan. Zodoende ontmoette ik de voorzitter van de Helen Keller Stichting en zo ben ik langzaamaan overgestapt van het voorzitterschap van de reuma-patiëntenvereniging Rotterdam, naar de rol van secretaris hier.

Ik ben vroeg met pensioen gegaan, maar nooit gestopt met werken. Sterker nog, na mijn pensionering kreeg ik het zo druk dat ik op een gegeven moment alleen nog maar thuiskwam om te slapen! Inmiddels is de Helen Keller Stichting zo’n beetje mijn levenswerk geworden en heb ik zelfs het geluk gehad verschillende keren naar het Helen Keller-wereldcongres af te mogen reizen. Dat is een bijeenkomst met allerlei gelijkgestemde belangenorganisaties van over de hele wereld. De eerste keer dat ik mee mocht, werd het georganiseerd in Nieuw-Zeeland. Toen dacht ik: dát zou mijn vader eens moeten weten!”


Het Industriegebouw vóór HIG
We vragen Robert of de stichting altijd al in Rotterdam gebaseerd was. Hij antwoordt: “Zeker weten, de stichting zat eerst met een kantoor in de Wijnhaven en daarna zijn we hiernaartoe gekomen. Dat was op 1 augustus 2010, dus nog voordat Het Industriegebouw het huidige HIG werd! We begonnen in een kantoor aan de Kipstraat en verhuisden na de verbouwingen van 2015 naar de Goudsewagenstraatzijde. De invulling van het gebouw is in de loop van de jaren natuurlijk enorm veranderd, maar omdat communiceren voor onze teamleden niet altijd even makkelijk is, maken wij niet met iedereen contact. Daarnaast zijn we allemaal vrijwilligers en werken we maar een beperkt aantal uren per week, dus we komen binnen, nemen de lift naar boven en gaan eigenlijk meteen aan de slag. Toch zitten we hier nog steeds naar alle tevredenheid.”

Doorzettingsvermogen
Rest ons nog de vraag wie dan toch eigenlijk Helen Keller is? Robert lacht: “Ja, dat snap ik en dat kan ik je gelukkig ook vertellen: Helen Adams Keller was een Amerikaanse schrijver en taalkundige die op jonge leeftijd als gevolg van een ziekte zowel doof als blind werd. Doordat ze vanaf haar zevende op verschillende manieren leerde communiceren van haar mentor Anne Sullivan, was zij de eerste doofblinde die de middelbare school af kon maken. Het feit dat zij daarna met succes een universitaire studie afrondde en carrière maakte in een tijd waarin dat noch voor vrouwen, noch voor mensen met een beperking normaal was, zorgde ervoor dat zij een regelrecht boegbeeld werd van de doofblinde community.

Maar ook voor anderen is zij een symbool van doorzettingskracht. Ze was namelijk politiek actief, was door haar enorme netwerk een uitstekende fundraiser en zette zich in voor vrouwenrechten en arbeidsrechten.” Robert besluit: “Helen Keller heeft het vast vaak zwaar gehad, maar ging nooit bij de pakken neerzitten. Wij proberen haar voorbeeld te volgen.”


Fotografie door Michèle Margot