In gesprek met The Next School
Interviews

In gesprek met The Next School

Van nomadisch koffiebarbestaan naar penthouse office in een dubbele conciërgewoning van Het Industriegebouw. Dat het leven onverwachte wendingen kent, bewijzen Marco Voormolen en Quinten Smit met de vlucht die hun carrière de afgelopen jaren nam. Maar dat het hun bedrijf The Next School voor de wind gaat, wil niet zeggen dat ze geen uitdagingen kennen. “Wij proberen het bedrijf te zijn waar we zelf graag zouden werken. Dat vraagt om constante aandacht”. De twee eigenaren vertellen er vol enthousiasme over in een gesprek met Het Industriegebouw.

Het is een van de eerste zonnige dagen van het jaar en hoewel hun kantoor tot de mooiste van HIG behoort, willen Quinten en Marco graag buiten zitten. Marco: “Geloof ons, we zijn al genoeg binnen, dus als we gebruik kunnen maken van onze balkons, dan benutten we die kans meteen.” Marco woont op het Noordereiland en stijldanst op hoog niveau. Quinten is vader van twee jonge kids en leest veel en graag. De meeste uren spenderen ze echter samen, als eigenaren van hun bijzondere bedrijf.

Quinten: “welkom bij The Next School! Ik vind het altijd geinig om te vertellen dat oud-compagnon Jan-Willem en ik ooit zijn begonnen als stichting met een heel ander doel. Die kwam voort uit onze observatie dat we de middelbare school nogal saai vonden en we daar iets aan wilden doen. We hadden het gevoel dat de lessen niet spannend en uitdagend genoeg waren, of aansloten bij de realiteit van alledag. Pas als je later gaat werken denk je, f*ck zeg, had ik maar opgelet in de klas! Wij hadden bedacht dat onze stichting docenten zou koppelen aan mensen uit het bedrijfsleven en dat zij samen extra boeiende lessen zouden ontwikkelen, die aanspraken omdat de praktijk daarin terugkwam. Ondanks al onze pogingen om dit platform van de grond te krijgen, bleek dat dit helemaal niet paste in het onderwijssysteem, omdat de lesschema’s al aan het begin van het jaar tot in de kleinste details worden vastgelegd. Daar kun je dus helaas niet zo dwars doorheen fietsen als wij wilden…”

Vraag zoekt aanbod
Het bleek een opmars naar wat uiteindelijk The Next School zou worden. Quinten: “Tijdens het opzetten van de stichting voerden we talloze gesprekken met scholen. We merkten dat we konden kletsen als Brugman, maar dat ze ons idee eigenlijk helemaal niet zagen zitten. Wat ze daarentegen wél heel interessant vonden, was wat ik daarvoor deed: zorginstellingen helpen om meer te doen met hun data. En voilà, zo is ons bedrijf The Next School ontstaan: we liepen de klantvraag letterlijk tegen het lijf. Een paar maanden later haakte Marco aan als CTO en mede-eigenaar.”

Marco: “Quinten en ik kenden elkaar van de jongerenclub van D66 waar we allebei lid van waren. Op zondagmiddagen gingen we met een groep de kroeg in om te discussiëren over wereldproblemen en probeerden die dan ook op te lossen op de achterkant van een bierviltje; mooie tijden! Misschien dat daar ook onze reputatie als de borrelclub van HIG vandaan komt”, lacht Marco, refererend aan de keer dat The Next School het brandalarm liet afgaan bij het bakken van loempia’s. “Afijn”, vervolgt hij, “Quinten en ik klikten goed en zijn bedrijf had behoefte aan technische kennis. Dat was het moment dat ik aanhaakte bij The Next School. Sindsdien hebben we via hulpvragen van klanten meer en meer scherp gekregen wat we moeten doen. Je zou dus kunnen stellen dat het doel van The Next School vrijwel volledig klantgestuurd is. Tegenwoordig kunnen we met trots zeggen dat ons bedrijf het onderwijs in Nederland helpt om beter beleid te maken met gebruik van hun eigen data. We laten instellingen info op een simpele manier inzien en begrijpen, zodat ze daarmee hun processen kunnen verbeteren, voorspellingen kunnen doen en passend beleid kunnen maken.”

De menselijke stap
Quinten haakt hierop in: “Er wordt in het onderwijs continue geïnnoveerd, maar het personeel moet al zo ont-zet-tend veel doen, dat in de data duiken er bij hen niet van nature inzit. Daar hebben ze simpelweg geen tijd voor en dat is zonde, want het is wel heel nuttig. Met gebruik van data kunnen ze namelijk zien of de dingen die ze doen ook daadwerkelijk helpen om het onderwijs beter te maken.”

Marco: “Daar komt bij dat onderwijsinstellingen vaak verschillende softwaresystemen naast elkaar hebben lopen: een voor aanwezigheidsregistratie, een voor de cijfers van studenten, een voor het personeel, weer een andere voor het onderhoud aan gebouwen en ga zo maar door. Al deze systemen leveren natuurlijk belangrijke informatie op, maar omdat de gegevens zo versnipperd zijn weten medewerkers weten vaak niet hoe ze bij de gegevens kunnen komen die voor hun relevant zijn. Wat wij dus doen is visuele dashboards maken waar de klant gemakkelijk informatie uit kan halen, leert begrijpen wat deze betekent en daar dus ook weer acties aan kan koppelen. Door het vertalen van de data en het adviseren wat men ermee kan, maken we voor hen die laatste, menselijke stap. Dat we op die manier managers kunnen stimuleren om met hun eigen data te werken is echt een heel mooi iets is om aan te mogen werken.”

Quinten: “Overigens bedenken we dit natuurlijk niet allemaal zelf, onze klanten weten nog veel beter dan wij waar ze tegenaan lopen. Dus door hun ervaring te mixen met onze kennis van wat er mogelijk is komen we samen tot mooie oplossingen.”

Next School vs. Old School
Hoewel Marco (33) en Quinten (34) carrière-wise nog jonge honden zijn, is het stiekem alweer een poosje geleden dat ze zelf afzwaaiden van school. We vroegen ons af of zij het onderwijs tussen toen en nu enorm veranderd vinden? Quinten: “Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant ook weer helemaal niet. Laat me deze dooddoener even uitleggen: er zijn in de afgelopen decennia natuurlijk allerlei nieuwe onderwijsvormen en technieken bijgekomen. Denk aan iPads in plaats van werkboeken, smartboards in plaats van krijtborden en een veelvoud aan online omgevingen naast het analoge klaslokaal. Als we de data analyseren, dan zien we echter dat de klassieke manier van onderwijs bieden - dus een klas waarin een docent iets uitlegt, er met de leerlingen over praat, ze aan het werk zet, vragen beantwoord en ze helpt – nog altijd heel erg goed werkt.”

Marco: “Sterker nog, andere vormen zien we aan de lopende band falen. De iPadklasjes, digitale boeken, zoomles; allemaal geflopt! Maar het is natuurlijk niet zo dat al die techniek nergens goed voor is, dus wij richten ons erop om dat klassieke stuk onderwijs met behulp van de eigen data zo slim mogelijk te organiseren. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je zo veel mogelijk tijd voor de klas kunt spenderen aan kwalitatief lesgeven? Neem nou de studieloopbaanbegeleiders in het MBO. Hun taak is om studenten zo goed mogelijk door de opleiding heen te loodsen en om dat te doen moeten ze zo veel mogelijk tijd face to face met deze studenten kunnen doorbrengen. Waar ze helaas feitelijk een groot deel van de tijd mee bezig zijn, is allerlei bronnen uit te spitten om alle relevante info over deze studenten bij elkaar te verzamelen. Wij hebben voor hen een systeem gebouwd waarin je al deze info op een gebruiksvriendelijke manier op één plek ziet. Zo kan die kostbare tijd bespaard worden en kunnen ze die dus daadwerkelijk met de leerlingen spenderen. Wij vragen ons altijd af: wat kunnen docenten als ze morgen wakker worden anders doen met de data die ze via ons verkregen hebben?


Wereldverbeteraars
Marco: “Het basisconcept van ons systeem werkt voor allerlei onderwijsinstellingen, maar na consult met een specifieke klant maken we het helemaal passend op wat zij nodig hebben. De data gaat alle aspecten van een onderwijsinstelling aan, van HR tot financiën, en ga zo maar door. Al die data en communicatie die er uit die dwarsverbanden komt is heel interessant en werkbaar.

Quinten: “We doen dit trouwens ook onderwijsbreed, dus van de basisschool tot aan het hoger onderwijs en dat is ook belangrijk, want alles hangt met elkaar samen. Leerlingen leggen dit hele traject af en door de hele weg te monitoren kun je met data bijzonder relevante verbindingen maken. Voorbeeldje: leerlingen maken een CITO-toets in groep acht, krijgen een schooladvies en ‘verdwijnen’ daarna naar de middelbare school. Of het advies passend was wordt eigenlijk nooit teruggekoppeld en dus weten docenten niet of ze goede inschattingen maken. Daarnaast werken we op nationale schaal, maar een grote stad als Rotterdam is voor ons heel interessant, dus werken we toevallig ook veel lokaal. Ik denk dat het moeilijk is om in Rotterdam een onderwijsinstelling te noemen die geen klant van ons is en als je ons zou vragen wat onze concurrenten zijn dan zou ik er eigenlijk geen een kunnen noemen die op deze manier te werk gaat, zo tussen technisch en menselijk in. Tenslotte doen we, omdat we het zelf heel belangrijk vinden ook veel projecten in het speciaal onderwijs.”

Marco vult aan: “die unieke manier van werken is eigenlijk ook meteen wat het voor ons ingewikkeld maakt om teamleden aan te trekken. De mensen die bij ons binnenkomen vinden het fijn om iets te kunnen betekenen op maatschappelijk niveau. Veel van hen zijn ook politiek actief, eten geen vlees en zetten zich graag in om de wereld een beetje beter te maken. Het is een bepaald type mens dat het Nederlands onderwijssysteem samen met ons beter wil maken en het bedrijf heeft ook echt die vijfpotige schapen nodig: alfa en bèta ineen.”

Van koffiebar naar penthouse office
Marco lacht en zegt: “Weet je nog Quinten? Toen we begonnen waren we nog maar met z’n drieën; dat lijkt lang geleden zeg! We hebben toen we eerst een jaar vanuit koffiezaakjes gewerkt. De mensen om ons heen vonden dat heel gezellig en zo hadden we altijd leuke gesprekken. Op een gegeven moment hadden we een heel fijne plek gevonden waar we echt kind aan huis waren, maar toen die zaak sloot, besloten we dat het tijd werd om een echt kantoor te zoeken. We waren toen namelijk gesprekken aan het voeren met onze eerste medewerker en het leek ons een beetje vreemd om diegene in een horecazaak te laten aanschuiven…”

Quinten vervolgt: “We hadden toen ons oog stiekem al laten vallen op HIG, omdat onze vrienden van Weave hier huurden. Omdat er toen geen plek was, hebben we eerst nog twee andere kantoren uitgetest, voordat we uiteindelijk toch hier terechtkwamen in een ruimte op de tweede verdieping. Toen onze etage verbouwd werd, werd ons gevraagd of we tijdelijk wilden uitwijken naar een van de voormalige conciërgewoningen op de vijfde en toen we daar drie dagen zaten waren we natuurlijk compleet verkocht.” Marco straalt: “dát uitzicht!” Quinten zegt: “Je snapt dat we toen eigenlijk niet meer terug wilden. We hebben team HIG zo’n beetje gestalked en gesmeekt of we alsjeblieft niet zo’n kantoor konden huren. We hadden heel veel geluk dat er niet lang daarna iets vrijkwam en nu huren we niet één, maar een dubbele conciërgewoning!

Fijne werkplek
Als we vragen hoeveel mensen er na vijf jaar bij The Next School werken, antwoordt Quinten: “Ja, dat is zo’n logische vraag, maar geloof me, hij is best lastig te beantwoorden. Netto wordt het team elk jaar groter, maar intussen gaan sommige collega’s ook weer weg en zijn er ook tijdelijke krachten, zoals stagiairs en werkstudenten. De komende jaren verwachten we verder te groeien, want in onze markt is de klantbehoefte simpelweg oneindig. Klanten zitten echt extreem te wachten op wat wij maken en doen, dus onze uitdaging zit ‘m in zorgen dat anderen stukjes van onze taken kunnen overnemen, zodat Marco en ik meer de algemene lijnen kunnen gaan bestieren.”

Marco: “wij proberen heel erg het bedrijf te zijn waar we zelf graag zouden willen werken. Voor onze medewerkers lukt dat ook heel goed, die hebben keurige werkuren en, volgens mij, ook fijne arbeidsomstandigheden. Als ik naar onszelf kijk, dan valt daar nog wel een en ander te verbeteren.” Quinten: “ik zie daar al verbetering in, maar het kan nóg veel beter. Het werk blijft binnenkomen, daarom zou het dom zijn als we meer van onze mensen zouden vragen dan ze aankunnen, want dan houdt niemand het lang vol. We proberen er stukje bij beetje beter in te worden, zodat we het ook op de lange termijn vol kunnen houden en werken bij The Next School leuk blijft".

Designinterieur en lunchchef
We zijn benieuwd naar hoe Marco en Quinten ervoor zorgen dat The Next School voor hun werknemers nu al het bedrijf is waar ze zelf ook graag zouden willen werken? Marco antwoordt: “Om te beginnen letten we heel erg op werkuren en werkdruk. We zorgen er echt voor dat mensen zich niet gepusht voelen om ook buiten kantoortijden nog iets te doen, helpen ze prioriteiten stellen en vragen onze collega’s aan het einde van de dag of ze niet eens naar huis toe moeten”, zegt Marco. “Daarnaast proberen we de omstandigheden op kantoor zo gezellig en aangenaam mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door de gezamenlijke kantoorlunch, die zelfs twee keer per week wordt verzorgd door een Italiaanse student-chef.”

Quinten: “Dat was een initiatief van één van onze collega’s en komt voort uit het feit dat deze ruimte zo’n ongelooflijk gezellige keuken heeft. We vonden het sowieso een belangrijk uitgangspunt om het kantoor tot een soort tweede thuis te maken. Een significant deel van ons leven speelt zich hier af. Als wij investeerders waren geweest hadden we al veel eerder gezegd, ja doei het is goed zo, maar omdat we er zelf de hele dag zijn, willen we dat dit kantoor de allerfijnste plek op aarde is; ook als dat financieel een flinke investering is.”

Marco lacht: “We spenderen zoveel tijd hier, dus dan kan het maar beter de beste plek ooit zijn.” Quinten: “dat heeft ertoe geleid dat we onze buren van Leidmotiv hebben uitgenodigd om onze kantoorinrichting te ontwerpen, met als centerpiece de grote boekenkast tegen de middenwand aan. Een andere HIG-huurder, Designlinq, hebben we gevraagd voor het lichtplan, want licht is echt belangrijker voor een werkplek dan je denkt. En een natuurlijk element dat echt top is aan dit kantoor is de zon die meedraait van balkon naar balkon, dat is echt winnen.” Marco: “tenslotte verzorgen we ieder jaar een inspiratiereis voor ons team. Dan bezoeken we een plek waar onderwijs heel goed geregeld is, of waar veel start-ups zijn die toffe dingen doen om het leersysteem beter te maken, zoals Estland of New York.

Ontzorgd door HIG
Quinten: “Voor ons brengt kantoor houden in Het Industriegebouw wel echt iets extra’s, want het voelt alsof we op het gebied van de leuke en luchtige zaken op een heel creatieve manier ontzorgd worden door team HIG. Op die manier kunnen wij ons meer op de inhoud van ons werk focussen, terwijl de sfeer daaromheen toch leuk en inspirerend blijft voor ons team”.

Marco valt hem bij: “Werken bij HIG betekent voor ons dat er altijd iets geinigs gebeurt. Je loopt een rondje door het gebouw en er is weer iemand een muurschildering aan het maken, letters op het dak aan het monteren, een of ander feest aan het voorbereiden of er rennen mensen over de galerij heen en weer voor een prijsvraag. En daar komt nog eens bij dat de manier waarop al dit soort dingen georganiseerd worden ook ongedwongen aanvoelt, waardoor de community op een relaxte manier bij elkaar kan komen.” Marco besluit: “HIG past wat dat betreft heel goed bij ons. We begeven ons beiden op de grens tussen zakelijk en informeel, tussen corporate en creatief. Ik hoop dat HIG en The Next School nog lang van elkaar mogen blijven genieten”.

Fotografie door Michèle Margot